
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Warme lucht Voor het braden of bakken van gerechten waarvoor de-
zelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één
roosterhoogte, zonder dat er smaken worden overge-
bracht van het ene naar het andere gerecht.
Boven-/onder-
warmte
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem
en het inmaken van voedsel.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
met botten op één niveau. Ook om te gratineren en te brui-
nen.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel te
ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt af
van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
Display
A. Functie-indicatielampjes
B. Tijdindicatie
C. Functie-indicatie
Toetsen
Knop Functie Beschrijving
MIN De tijd instellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS De tijd instellen.
8
Comentarios a estos manuales